Eenzame uitvaart nummer 22, Den Haag
I.M. Anish Lipassa, geboren op 12 januari 1940, overleden in Den Haag op 21 november 2009.
maandag 30 november 2009, 09.00 uur, begraafplaats Oud Eik en Duinen, Den Haag.
Dichter van dienst: Kees 't Hart
Op donderdag 26 november belde Henk van Zuiden over het overlijden van de Heer Lipassa. Hij was 24 november dood in zijn huis aangetroffen door de politie nadat een buurvrouw hen had gebeld. Hij had waarschijnlijk een paar dagen dood in zijn huis gelegen. Er was niet veel over hem bekend. Hij had een zoon (1966) en een dochter (1974) uit drie huwelijken maar zij hadden geen contact met hun vader en wilden op geen enkele manier bij de begrafenis betrokken worden. De dochter wist niet dat hij haar vader was. Ik heb zijn buurvrouw gebeld, zij had de politie gewaarschuwd, maar zij wist vrijwel niets over de Heer Lipassa. Hij was eenzelvig, zocht geen enkel contact, ze wist wel dat het de laatste jaren wat minder met hem ging, er was een keer een klein brandje geweest. Hij had eten aan laten branden. Ook wist ze dat hij een aantal jaar geleden nog in Suriname was geweest, maar ze wist niet of hij daar was geboren. Meer gegevens kreeg ik niet los. Ik belde nog Gerard van Poelgeest van de Gemeente Den Haag of hij toch nog iets meer wist, maar dit was het.
Ik schreef het gedicht op zondagavond, zoals gewoonlijk zo kort mogelijk voor de begrafenis, dat houdt alle mogelijkheden zo lang mogelijk open. Op de fiets naar de begraafplaats bedacht ik dat mijn laatste zin niet goed was. Ik had geschreven: ‘ik was als altijd weer te laat’. Dat leek me ineens veel te metafysisch en symbolisch, bovendien aanstellerig want ik was helemaal niet te laat. Ik bedacht op de fiets de regels: ‘zoals altijd was ik er weer.’ Dat was waar en er zat geen filosofie aan. Ik leende een pen van de vertegenwoordiger van de begraafplaats en veranderde de regel in het gedicht. De begrafenis was sober. De vertegenwoordiger vertelde me dat er vijf anderen konden komen, wat me enigszins verbaasde. Wie zouden dat kunnen zijn? Maar er kwam niemand, we waren in totaal met z’n vieren, de begrafenisondernemer, de vertegenwoordiger van de begraafplaats, Henk van Zuiden en ik. Ik zocht een muziekstukje uit, van Chopin, maar achteraf vond ik het wat te pompeus, al klonk het wel dramatisch. Ik las het gedicht rustig voor. De kist werd vervoerd door vier dragers.
Gedicht voor Anish Lipassa
doodgaan is geen wereldwonder
al komt er vaak heel wat bij kijken
de een sterft in een donkere kamer
de ander thuis of in een ziekenhuis
of rijdt er zijn auto bij in de prak
je kunt je niet goed voorbereiden
al valt dat soms ook wel weer mee
ik was bij mijn moeder toen ze stierf
ze wist ervan en knikte even naar me
we waren thuis de gordijnen open
bij jou was niemand toen je ging
misschien was je even ingedut en toen
was de tijd je voorgoed opgebroken
het had veel weg van de gewoonste zaken
zelfs de tijd voor angst was weg gewist
eenzelvige man die niemand tot zich liet
dat was geen optie alleen vroeger even
Surinamer bleef je meestal op een afstand
je moet wat in je kamer hebben afgereisd
dag meneer, zoals altijd was ik er weer
Kees `t Hart
+